21 mei 2024Zonder welzijnsorganisaties geen succesvolle energietransitie
De Nederlandse gemeenten hebben met elkaar afgesproken dat de uitstoot van CO2 in 2030 ruim 50% (!) lager moet zijn dan in 1990. Een fors deel van deze besparing moet bij mensen thuis worden gerealiseerd. Een grote groep kwetsbare mensen leeft in energie-armoede en heeft nu al moeite om hun energierekening te betalen. Voor overheden en woningcorporaties kan het, vanuit de rol en positie die ze hebben, lastig zijn om bij inwoners thuis te komen en om juist de kwetsbare inwoners te motiveren tot gedragsverandering en verduurzaming. Welzijnsorganisaties komen al jaren letterlijk bij de mensen thuis en hebben aantoonbaar de vaardigheid om mensen écht te bereiken. Zij spelen daarom een onmisbare rol voor het slagen van de energietransitie. Dit laten Farent, Tintengroep, Balans, Rijnstad, Versa Welzijn en Diverz al in een groot aantal projecten concreet zien. Lees hier het hele artikel.
Het is volgens de bestuurders van deze organisaties hoog tijd dat welzijnsorganisaties beter gevonden worden door partijen die werken aan de energietransitie. Ze hebben elkaar hard nodig om de torenhoge ambities te realiseren. Nu ligt het accent vaak op techniek en financiering van energiebesparende maatregelen. De sociale component wordt onvoldoende (h)erkend. Alleen als de ‘harde’ en ‘zachte’ kant samenkomen kan de energietransitie slagen. “De energietransitie is meer dan alleen duurzaamheid. Het gaat gepaard met sociale problematiek, dat participatie en betrokkenheid van inwoners in de weg kan staan.” – Een inclusieve energietransitie - onderzoek Tintengroep[1]
Hogere energieprijzen leiden niet automatisch tot energiebesparing
De klimaatcrisis is een sociale crisis. Er ontstaat een steeds grotere kloof tussen voorlopers (mensen met geld die duurzame maatregelen treffen) en mensen die dit niet kunnen betalen. Een groot deel van de warmtepompen wordt bijvoorbeeld met subsidie geïnstalleerd bij huishoudens met hogere inkomens. Door de gestegen energieprijzen vormen de energielasten een steeds nijpender onderdeel van de problemen waar mensen met minder geld tegenaan lopen. Dit betekent niet automatisch dat de kwetsbare groep, die door stijgende (fossiele) energieprijzen extra hard getroffen wordt, massaal energiebesparende maatregelen neemt. Het blijkt ook dat de groep die recht heeft subsidie, de routes hiervoor niet weet te vinden.
Andere problemen hebben voorrang
Welzijnsorganisaties zien dat mensen vaak veel sociaal emotionele problemen hebben die eerst opgelost moeten worden. Als mensen al moeite hebben om rond te komen en schulden hebben, moet je eerst daaraan werken. Dan pas ontstaat er ruimte in het hoofd om het over dingen als energiebesparing te hebben.
Gebrek aan vertrouwen in de overheid
Veel van de inwoners, die de sociaal werkers kennen, hebben geen goede relatie met de overheid. Als zij een brief ontvangen met daarop het logo van de gemeente blijft deze vaak ongeopend. Ook de brief met energiebesparende maatregelen en subsidiemogelijkheden verdwijnt zo vaker wel dan niet in de prullenbak. Mensen hebben argwaan en vragen zich af wat het addertje onder het gras is als zij bijvoorbeeld een gratis doos met energiebesparende maatregelen krijgen.
Welzijnsorganisaties hebben vertrouwensrelatie met inwoners
Opbouwwerkers zijn sociaal werkers, kennen de wijken van binnenuit en hebben een vertrouwensrelatie met de inwoners. Dit maakt het voor hen veel makkelijker om de mensen te benaderen met de kansen die energiebesparing en energiebesparende maatregelen voor ze biedt. De opbouwwerkers van Farent lopen letterlijk de wijk in. Tijdens dit ‘koppellopen’ informeren zij inwoners over energiebesparing en polsen tegelijkertijd wat er nog meer bij de mensen speelt.
De energiecoaches van de gemeente Arnhem in de wijk Malburgen vonden het lastig om bij de mensen thuis te mogen komen. Een opbouwwerker van Rijnstad heeft zijn sleutelfiguren in de wijk benaderd. Zij hebben vervolgens de energiecoaches geholpen met het winnen van het vertrouwen van de inwoners. Dit opende letterlijk de deuren. Vanaf september 2021 zijn in totaal 853 huishoudens gecoacht. Dit resultaat is het gevolg van de gezamenlijke inspanning van energiecoaches met huis-aan-huis acties, het opbouwwerk en actieve wijkbewoners die in de rol van Energieambassadeur wervingsacties, workshops in buurthuizen en straatacties organiseerden.
Al 50 jaar ervaring met opbouwwerk
Veel mensen weten niet dat sociaal werk in de jaren ‘70 een belangrijke rol speelde bij een vergelijkbare grote maatschappelijke verandering: de wijkvernieuwingen. Inwoners die het zich konden veroorloven vertrokken uit de vooroorlogse wijken, terwijl andere inwoners achterbleven in een vervallen wijk. Ook hier stond sociaaleconomische problematiek soms in de weg van vernieuwing. Welzijnsorganisaties versterkten de sociale cohesie toen met buurthuizen, ouderenwerk, bibliotheken en jongerencentra. Er is dus al 50 jaar ervaring met integrale samenwerking tussen het sociale en fysieke domein en het creëren van draagvlak en eigenaarschap bij inwoners.
Veel gemeenten en woningcorporaties, maar ook de sociaal werkers zelf hebben dit vaak niet meer helemaal scherp. Daarom heeft Tintengroep onderzocht of het sociaal werk in de huidige energietransitie een vergelijkbare rol kan pakken als die bij de wijkvernieuwing in de jaren 70. Dit onderzoek bevestigt dat opbouwwerk en sociaal werk ook bij de energietransitie een belangrijke verbinder is tussen inwoners, de gemeenten en woningcorporaties. De lessen uit dit onderzoek heeft Tintengroep verwerkt in een e-learning. Deze e-learning, die alle sociaal werkers kunnen volgen, maakt ze bewust van wat zij binnen hun eigen werkzaamheden kunnen doen op het thema energie.
“Duurzaamheid is een belangrijke opdracht van Welzijn, omdat het een grote maatschappelijke ontwikkeling is die veel mensen raakt” - Yvonne Zuidgeest (Diverz)
Met succes betrokken bij veel energieprojecten
De organisaties Farent, Tintengroep, Balans, Rijnstad, Versa Welzijn en Diverz laten met gemak een brede waaier aan voorbeeldprojecten zien waaruit hun cruciale rol in de energietransitie blijkt. Bij het project ‘Energie in Smitsveen’ bouwt Stichting Balans met een groot aantal andere partijen samen aan het vertrouwen door te luisteren wat écht leeft, bijvoorbeeld door met een tent de wijk in te gaan en het organiseren van wijkacties. Er zijn al 460 huishoudens in de wijk met energiebesparing aan de slag gegaan. De bewoners zijn eigenaar geworden van hun eigen aanpak, met ondersteuning van de opbouwwerkers. Diverz heeft enkele jaren geleden de zogenaamde KRACHT-punten duurzaamheid ontwikkeld. Deze worden inmiddels in meerdere steden ingezet door allerlei organisaties. Een KRACHT-punt is een soort mini-tentoonstelling met interactieve elementen rondom energiebesparende maatregelen. Dit maakt het heel laagdrempelig om op wijklocaties met inwoners van verschillende opleidingsniveaus en achtergronden in gesprek te gaan.
Zowel Versa Welzijn als Diverz hebben een FIXbrigade die raad geeft en kleine isolatieklussen oppakt, zoals het dichtkitten van kieren, het aanbrengen van tochtstrips en radiatorfolie. Hierbij komt de collectieve aanpak van sociaal werk goed van pas. Toen de betrokken opbouwwerker van Versa zag dat bij een groot aantal woningen in een flat de basale zaken qua onderhoud niet op orde waren, heeft hij de bewoners gemobiliseerd en dit gezamenlijk bij de woningcorporatie aangekaart. Daardoor werd het geplande onderhoud een paar jaar naar voren gehaald. Dat krijg je als bewoner alleen niet voor elkaar. Het belang van samenwerken met woningcorporaties deelt Diverz. Zij hebben als één van de eersten in Nederland een inspirerende aanpak voor energiearmoede, door de handen ineen te slaan met gemeente, woningcorporaties, vrijwillige energiecoaches en fixers. Dit wordt gefinancierd vanuit de Specifieke Uitkering (SpUK) Lokale Aanpak Isolatie.
Meerwaarde actief onder de aandacht brengen
Gemeenten en woningcorporaties moeten natuurlijk wel weten wat ze missen. Versa Welzijn bespreekt met de duurzaamheidscoördinator van Amsterdam waar vanuit de wijken behoefte aan is en Farent zit regelmatig aan tafel met de gemeente ’s Hertogenbosch. Ze brengen de ideeën die inwoners hebben over ‘gasloos worden’ over naar de gemeente. Het is belangrijk dat welzijnsorganisaties heel duidelijk vertellen tot welke resultaten hun plannen leiden, zodat gemeenten weten hoe dit bijdraagt aan het halen van hun energieambities.
Welzijnswerk is cruciaal, maar alleen samen zijn we succesvol
Welzijnswerk is onmisbaar bij het bereiken van inwoners voor het doorlopen van de energietransitie. Dit betekent niet dat zij alles alleen kunnen. Opbouwwerkers zijn geen energie-experts en energiecoaches zijn geen sociaal werkers. Maar door kennis van elkaars werk te hebben, behaal je samen goede resultaten. Daarom trainen verschillende organisaties hun energiecoaches om kwetsbaarheden te signaleren. Wanneer zij zien dat iemand eenzaam is, weten ze wie ze in moeten schakelen. Andersom biedt de energietransitie een goede aanleiding voor sociaal werkers om de wijk in te gaan en met de mensen in contact te komen. Juist het activeren van wijkbewoners om met elkaar, in de vorm van een buurtproject, te werken aan klimaatoplossingen, kan tot mooie resultaten leiden.
Mensen zijn niet moeilijk te bereiken
Farent, Tintengroep, Balans, Rijnstad, Versa Welzijn en Diverz vinden het jammer dat er kansen worden gemist. Mensen zijn niet moeilijk te bereiken. Het maakt wél uit wie ze benadert en hoe ze benaderd worden. Sociaal werkers vormen de ogen en oren in de wijk, hebben vertrouwensrelaties met inwoners en spreken de taal. Maak hier gebruik van en zet ze in om drempels weg te nemen. Alleen door samen te werken wordt de energietransitie een succes!